Een kleine barokke kapel verbergt een enorm massagraf. Op de muren van de kapel zie je talloze menselijke botten en schedels, die zich ook onder de vloer bevinden. De Schedelkapel in Kudowa-Zdrój is de enige faciliteit in haar soort in Polen en slechts één van de drie in heel Europa.
De kapel, die met veel zorg en aandacht voor detail is gemaakt, is een eerbetoon aan en heeft als doel het herdenken van alle mensen die in oorlogen zijn omgekomen en van degenen die door epidemieën zijn verslagen. Alleen authentieke menselijke schedels en botten worden hier bewaard. Hoewel het niet bekend is van hoeveel mensen de overblijfselen die hier rusten zijn, wordt het aantal geschat op ongeveer 30.000 mensen.
De kapel bevat een altaar waar één keer per jaar een mis wordt opgedragen voor al diegenen van wie de skeletten binnen liggen. Naast de ingang van het gebouw is echter een monument opgericht met de gegraveerde zin ‘ter nagedachtenis aan de slachtoffers van oorlogen en ter nagedachtenis aan de levenden’, wat zeker stof tot nadenken geeft.
Maar hoe is zo’n unieke plek ontstaan? Het idee kwam van de pastoor, Vader Václav Tomáška, die van Tsjechische afkomst was. Het viel hem op dat de grond bij de klokkentoren van de kerk regelmatig werd verscheurd door honden. Toen werden daar in de grond talrijke menselijke resten ontdekt. Pater Tomaszek liet ze schoonmaken en bleken. Toen werd geconcludeerd dat de gevonden slachtoffers waarschijnlijk waren gestorven tijdens de Dertigjarige Oorlog en ook als gevolg van de cholera-epidemie. De priester wilde van de kapel een symbool van leven en dood maken en bezoekers aanmoedigen om diep na te denken. De schedels werden naast elkaar geplaatst. De lege ruimtes werden opgevuld met botten. De overgebleven resten werden in de gewelven geplaatst. Het werk werd voltooid in 1804.
Vandaag de dag ziet de Schedelkapel in Kudowa-Zdrój er een beetje anders uit. De unieke voorwerpen zijn in glazen kisten geplaatst. De overblijfselen van pater Tomaszek en die van zijn assistent, doodgraver J. Langer, en de toenmalige burgemeester liggen er ook in. Alle botten in de kapel ondergingen een proces van reinigen, desinfecteren, bleken en impregneren dat acht jaar in beslag nam.